regular

Alerte types

Een goede vriendin van me vertoefde de afgelopen twee weken met tien zeventienjarige op een groot Zweeds meer. Peddelend. Ze was de reisleidster tijdens deze avontuurlijke trip, en ze was gewaarschuwd: er zaten twee ADHD’ers bij. Snel afgeleide hyperactieve jongens dus.

Even had ze zich wel zorgen gemaakt over dat gegeven. Als constante stoorzenders zouden ze de sfeer in de groep flink kunnen verpesten. De vrees bleek ongegrond. Tijdens de hele reis was er helemaal niets van de stoornissen te merken. Hielden de jongens zich in? Verkeerden ze net in een goede fase? Waren ze ten onrechte gediagnosticeerd?

Waarschijnlijk niet. De kans is groot dat ze tijdens een ander soort vakantie, op een drukke camping, in een stadscentrum of een kroeg vol luidruchtige drinkebroeders wel hyperactief waren geworden. Misschien waren ze dan wel onhandelbaar geweest, stuiterend van links naar rechts. Maar hier, dobberend en peddelend, was er niets dat symptomen in hun hersenen opwekte.

Een interessante parallel is die tussen ADHD en obesitas: mensen die zijn opgezadeld met een lichaam dat het erg goed zou doen in een tijd van schaarste, een hongerwinter of een tijd van slechte oogsten of hard wegrennende mammoeten, plukken in onze tijd de zure vruchten van wat ooit hun voordeel was: ieder grammetje lijkt er dubbel aan te komen, terwijl ze meewarig kijken naar de slanken die ‘kunnen eten wat ze willen’.

Precies hetzelfde geldt voor de alerten van weleer. De ideeënrijken, die misschien we als eersten bedachten te gaan migreren naar verre oorden. Zij zijn gevoeliger voor prikkels, minder gefocust, daardoor creatiever en opmerkzamer, maar in onze hyperprikkelrijke samenleving hebben ze een probleem: ze kunnen al die prikkels niet aan, voor ze eenmaal een gedachte hebben kunnen vormen is er al weer een nieuwe impuls, die weer wordt overstemd door een volgende.

Er zijn niet alleen nadelen: over het algemeen bouwen obesitastypes wanneer ze fanatiek gaan sporten sneller en meer spierweefsel op dan energieverkwisters zoals ik. Zo kunnen ADHD’ers vaak van alles tegelijk – ik ontmoette in de kroeg laatst een man die vijf gesprekken tegelijk kon voeren. Maar over het algemeen zijn de nadelen minstens zo aanwezig, en dat is waarmee mensen bij de huisarts of psychiater aankloppen.

Wat deze observaties vooral leren is dat we niet in de discussie over ADHD niet in twee sporen hoeven denken. ADHD is waarschijnlijk inderdaad onderdeel van de natuurlijke variatie, maar dat betekent niet dat mensen met een ADHD-brein geen serieuze problemen hebben. Ze kunnen hooguit een minder prikkelrijke omgeving opzoeken, maar ronddobberen op een Zweeds meer hou je niet veel langer dan twee weken vol, al is het maar omdat je na zo’n tijd wel weer eens een warme douche wil nemen. Zij hebben recht op een behandeling, of het nou met medicatie is of op basis van gedragstherapie. Wel is minstens zo belangrijk om de voordelen van een hyperalert brein te benadrukken en waar mogelijk uit te buiten.

En die twee jongens, die hadden waarschijnlijk als eerste die beer naast hun tentje in het struikgewas opgemerkt.