regular

Bij ons op kantoor

Werken gaat prima hier in kantoor. Binnenkomen, je tas neersmakken, je computer aan en hop aan het werk. Veeleisend zijn we nu eenmaal niet en dat is maar goed ook, leert een rustige rondgang met twee frisse woensdagochtendogen.

Het begint al bij de feloranje deur, gesierd met witte letters ‘Bureau Wibaut’. Openen gaat nog, maar bij commando sluit is de deurkruk meer geneigd in je hand dan in de deur te blijven steken.
Een gang langs de grijze kunststof prullenbak gaat meestal gepaard met het opsnuiven van de nodige fermentatieluchten, al of niet vergezeld van enige zwevende organismen die zich aan de restanten van onze consumptie te goed doen. Ooit maakten de negen lichtgrijze bureaus, model callcenter, strak opgesteld in groepen van drie, vier en twee, een geordende indruk. Nu zijn ze bevolkt door een keur aan objecten, variërend van dikke stapels artikelen en boeken tot potten pindakaas, koffiebekers en lege sultanaverpakkingen.

Mijn eigen bureau vormt geen uitzondering. Slechts het feit dat de twee enorme beeld uittorenen boven het geheel van Marie Claires, Brights, Quests en vellen vol aantekeningen, maakt het voor mij mogelijk mijn dagelijkse werkzaamheden uit te voeren. De witte kasten aan de wand, die reiken van vloer tot plafond, zijn maar deels in gebruik. Een stapel een voor een meegebrachte en in de loop der maanden onderuit gezakte boeken siert een plank op ooghoogte: het Handboek Stijl, het Groene Boekje, wat eenmalig bruikbare non-fictie, een beduimelde versie van de Sades Slaapkamerfilosofen.

Een plank lager staat een bij elkaar gescharrelde collectie broodbeleg en verkwikkende dranken: een voordeelpot Albert Heijn pindakaas, de Ruyter Extra Pure hagelslag, een doosje witte thee, ook van het Albert Heijn huismerk. Rechts staat een verzameling glazen flessen waarin eens smoothies en fruitsappen zaten, eronder wat flessen schoonmaakmiddel en een twee maanden geleden gestorven plant in een roosvormige stenen pot.

Ik kijk uit op de door een van mijn kantoorgenoten gefabriceerde bladenwand, met tijdschriftenhouder gemaakt van witte strips waarin 27 tijdschriften leunen, sommige onderuitgezakt, anderen met een omlaag wijzende rechterbovenhoek, alsof de bladzijdes hun poging in het gareel te blijven ergens in de voorbije tijd hebben gestaakt. Rode elastiekjes voorkomen dat de bladen voorover vallen en op de ruwe stenen vloer eindigen. We zouden nog eens laminaat kunnen gaan leggen, maar voorlopig voldoet het grof grijs met bruine vlekken van koffie en ander leed.

Rechts naast de tijdschriftenwand hangen drie kranten omgekeerd in op een zelfde manier gespannen elastiekjes. Ze zijn nog van de dag dat de spijkers de muur in gingen – niemand voelde na die tijd de behoefte ons nieuws te verversen. De felroze muur die aansluit op de wand doet herinneren aan een vergaan imperium in deze ruimte. Op deze roze erfenis prijkt nu onze naam, half belicht door het ernaast gelegen raam van twee bij drie dat ons de gelegenheid geeft de buitenwereld te aanschouwen, maar blikken van buiten weerkaatst met haar oppervlak. Misschien, heel misschien, had ons interieur er wel anders uitgezien, als de overburen vanaf hun balkonnetjes tien meter verderop strak naar binnen konden kijken.

Drie generaties koffiemachines prijken op de oversized witte vensterbank voor de tweede grote ruit: een afgedankte Senseo en een good old Philips pruttelaar hebben plaatsgemaakt voor een Siemens Nespressoapparaat, waarvan de groene lampjes knipperen ten teken dat het water wordt opgewarmd. Ernaast ligt de verkreukelde streeplijst waarop iedereen zijn consumpties noteert om te voorkomen dat de collectieve kosten de pan uit rijzen. De cupjes van minstens zeven verschillende kleuren die links op de vensterbank in de zwarte vierkanten box prijken zijn immers duur.

Ja, het bevalt me wel, deze door ons zelf gecreëerde chaos. ’s Ochtends draai ik de deur van het slot, stap de ruimte binnen, gooi mijn tas neer, strooi wat voer in het geelbruine water van mijn vissenkom, snuif de door de buren geproduceerde lucht van oerhollandse groenten op en schuif achter mijn pc. Inspiratie zat dus.