regular

Indringer

Verstijfd sta ik in mijn woonkamer. Mijn woonkamer. Een minuut geleden was ik nog zachtjes fluitend mijn donkere huis binnengestapt. Zachtjes, want het was al weer drie uur. De avond was mooi geweest,en luidruchtig.
Nu ben ik stil. Verbijsterd. Probeer ik tot me door te laten dringen wat mijn ogen me vertellen.
Mijn kastjes, open. Snoeren hangen eruit, en op de vloer. Ik draai mijn hoofd een halve slag, naar waar mijn laptop stond.

Shit.

Ik begin te lopen. Grijp met beide handen mijn hoofd vast. Wil schreeuwen, vloeken, maar er komt geen geluid.
In mijn huis, mijn woonkamer, mijn spullen.

De eerste woorden die uit mijn mond komen klinken in het slaperige oor van mijn vriendin. De boodschap verdrijft haar slaap in luttele seconden.

Via het raam in de keuken. Ja, ik had alles dichtgedaan. Nee, het gaat wel.

Ik hang op.
Loop naar boven, naar mijn kantoor. Papieren verspreid over de vloer. Lades, open en vrijwel leeg. Weg pas aangeschafte telefoon, weg digitale camera, weg externe harde schrijf, weg back-up. En weg gevoel van veiligheid, in eigen huis.

Mijn adem stokt. Midden op mijn bureau, een meter weg van de grote bende, ligt mijn paspoort. Waarom mijn paspoort? Waarom bekeken, maar niet meegenomen? Mijn ogen schieten naar een object dat ernaast ligt, opengevouwen. Een agenda, godzijdank twee jaar oud.

Wat moest deze indringer?

Dan schiet het door me heen.
Die man, die ik sprak, deze week. De man die niet wilde spreken. Directeur met grote ambities. Werkend aan een revolutie, in de wereld van de benzine. Een grimmige wereld.
Nu achtervolgd door schimmige figuren, oliemagnaten. Zijn hoofd in een blad, dat kon niet. Voor zijn bedrijf niet, voor zijn gezin niet, voor zijn veiligheid niet.
Daarvoor zaten de mannetjes hem te dicht op de huid.
Ik voel mijn hart bonzen in mijn keel en kijk nog eens van mijn paspoort naar mijn agenda, daar open op mijn bureau. Het zou toch niet…